Correcties, reacties en discussies n.a.v. "Het verhaal van de Maas-Buurttram" |
(uitgebreide editie)
Op de Rails 2014-10 pg 525 |
Correctie
1 pg 67: Station Gennep NVBS moet zijn: Gennep NBDS
Reactie
2 je boek over de tram is uitermate goed gedocumenteerd; heb ik nog niet eerder meegemaakt. Prima dus. Roel Sparreboom
Reactie
3
- Titel is nogal bijzonder! Het betreft n.l. het verhaal van de Maas-Buurtspoorweg, doch nu is het iedereen gelijk duidelijk, dat het over een trambedrijf gaat. Mooi bedacht....
- In het voorwoord wordt de hoop uitgesproken dat het “verhaal” zal boeien.
Dit kan gelijk positief worden beantwoord : het is inderdaad zeer boeiend!
- Er is uitgebreid onderzoek gedaan om allerlei gegevens, foto's, tekeningen, enz. op te sporen. Het resultaat mag er dan ook wezen!
- Er zijn ook een groot aantal foto's opgenomen, waarvan vele onbekend.
- De spoorsituatie-tekeningen betekenen een grote meerwaarde van het boek.
- Gesteld kan worden dat het een zeer geslaagd boekwerk is geworden, dat gelijk kan worden bestempeld als : Hét Standaardwerk over de MBS! Complimenten, dus...!
- Maar door de gebruikte papiersoort en/of afdruktechniek zijn de fotoafdrukken helaas niet zo van goede kwaliteit.
Martin Hoogerwerf
Correctie/aanvulling
4
Ook van Martin Hoogerwerf zijn de volgende aanvullingen
pg 367 foto 7-48: Vermeld wordt dat de DV In Rotterdam "binnen twee jaar" door brand werd verwoest. Dit is niet geheel juist. De DV ofwel RTM M69 is in 1948 door de RTM in gebruik genomen en in juli 1951 door brand verwoest. De loc was toen “ruim 3 jaar” bij de RTM in gebruik geweest!
pg 369: In de tekst staat, dat de “oude” M68 (= MBS DIV) in 1947 voor de tweede keer uitgebrand is. Dat is onjuist.
Dit geldt wél voor de DV/M69, welke in 1945 resp. in 1951 door brand getroffen werd.
Ook wordt nog vermeld dat alle “andere” diesels bij de RTM een stalen opbouw hadden gekregen... Dit is niet geheel correct, want naast de M67 is n.l. de M65 ook nooit verbouwd!
(Deze laatste brandde in 1962 uit en is vervolgens gesloopt).
pg 370/371 foto 7-53: Het fotobijschrift geeft aan dat de M67 bij “de sloper” staat. Maar de foto is genomen op het z.g. Handelsterrein te Rotterdam. Hier staat de M67 voor een remiseloods van de RTM.
pg 422: Er is een uitgebreide literatuurlijst opgenomen. Zou nog aangevuld kunnen worden met het volgende:
= H.G Hesselink (1977), Motortrams (serie Trams en tramlijnen - deel 26), blz. 85-88 (MBS) en blz. 90-97 (RTM).
= A.J.J. Bink en J.J.H. Meulman (1951), De Dieseltractie der Rotterdamsche Tramweg-Mij.
Correctie
5
pg 371 foto 7-57 en 7-58: 3 mei 1967 moet zijn: 6 april 1967
Zie: Maas- en Niersbode 11 april 1967:
Discussie
6
Pagina 361 e.v.Vraag van Martin Hoogerwerf:
Welke nummers werden aangebracht op de motorwagens?
De rijtuigen EL 102-106 werden omgebouwd tot diesel-motorwagens.
Toen werden ze benoemd tot DI – DV.
Op foto's staan deze laatste nummers kennelijk niet altijd aangegeven.
De oorspronkelijk nummers bleven – zo te zien - gehandhaafd :
106 bij D I, 105 bij D II (geen aanduiding DI en DII?) en 104 bij de DIII. Bij de laatste ook het nr. DIII. Bij de DIV en DV zijn kennelijk de oorspronkelijke nummers niet meer aangebracht, maar wel (D) IV en V.
Is het bovenstaande een beetje juist?
Antwoord: welke nummers stonden op de diesels? DI (106): op foto 7-30 (1934) en 7-31 (1936) staat op de zijkant van de motorwagen "106" en "M.B.S."; op foto 7-35 (1942) staat op het vierde paneel achter de deur ook een wybertje met "DI". Kennelijk is deze aanduiding later toegevoegd. (Detail foto 7-35 (pg 363), verzameling NVBS) DII (105): foto 7-38 en 7-39 (pg 364) uit 1935: ook hier zijn alleen de oorspronkelijke wagennummers te zien. Op foto 3-21 (pg. 130) uit 1943 prijkt "DII" op het midden van de motorwagen. DIII (104): op foto 7-41, zeer waarschijnlijk de eerste rit uit 1936, ontbreekt althans aan de rechterzijde van de loc de D-aanduiding; op foto 7-42 (1937) zien we op de linkerzijde "DIII". Het lijkt of de verf verser is dan die van de opschriften "M.B.S." en "104". Latere foto's geven aan dat dit beeld niet meer veranderde.Vermoedelijk is dus de D-aanduiding aan het begin van het jaar 1937 aangebracht bij de DIII en waarschijnlijk ook bij DI en DII. DIV (103): op foto 7-44 staat midden op de wagen in een wybertje IV (zonder "D") , op draagbalk eronder staat "M.B.S. 103". DV (102): foto 7-47 toont ons op de zijkant "DV" en eronder "M.B.S. 102". Conclusie: de oorspronkelijke wagennummers (106 - 102) stonden bij alle motorwagens op de draagbalken aan de zijkant, en bij DI - DIII ook op de houten zijwanden. De D-aanduidingen op de zijwanden zijn bij DI - DIII waarschijnlijk pas begin 1937 aangebracht, DIV kreeg al bij de indienststelling op de zijwand de aanduiding "IV" en de DV de aanduiding "DV". |
Discussie
7
Wat is er met EL101 gebeurd?
pg 385: aanvulling door Peter Wismans
Weinig mensen weten wat het relaas was bij de post-/bagagewagen EL101 bij de voormalige RTM
Van de in 2012 overleden Arie Baars vernam ik kort voor zijn overlijden dat tot halverwege 1947 de post-/bagagewagen geïsoleerd stond op een stukje meterspoor bij de Centrale Werkplaats van de RTM
De draaistellen, alsmede het stoot- en trekwerk zijn gebruikt voor de RTM M1807 'Scholekster', de elektromotoren kwamen van de M74 en de restanten van de EL 101 zijn gesloopt in 1947.
Omdat Arie indirect ook met de Centrale Werkplaats was verbonden vanwege zijn technische kennis en kunde, wist hij ook dat de EL101 nooit administratief verwerkt is bij de RTM en dus als MBS-wagen gesloopt met het nummer er nog op!
Ik vroeg hem ook of daar enig bewijs van was, waarop hij antwoordde: "Neem van mij maar aan dat het zo is, ik was erbij!"
Discussie
8
Wat is de betekenis van EL in EL 101 - 106?
pg 385 Vraag van Martin Hoogerwerf:
Is bekend wat de betekenis is van de code/nummering van de post-bagagewagens EL (101-106)? Dus : waar staat “EL” voor?
De post-bagagewagens werden in 1913 door Allan & Co geleverd met de nummers LE101-104; kort daarna werden ze hernummerd tot EL101-04; de vervolgserie uit 1916 droeg al de naam EL105-106. De betekenis van de letters wordt hieronder uitgelegd, maar waarom ze door de MBS zijn omgewisseld is (nog?) niet bekend. antwoord door Sam de Lange: De L is de eerste letter van Lettres en geeft dus aan dat het een postrijtuig is (of postafdeling bevat). Staatsspoor gebruikte dat ook. De E werd heel vaak gebruikt om gesloten goederenwagens aan te duiden niet speciaal bagagewagens. |
Discussie
9
Waar komt deze foto vandaan?
Vraag van Martin Hoogerwerf
Op een (fabrieks) foto is stoomlocomotief 45 voorzien van de naamplaat “Gennep”,
Dit is toch onjuist? Deze loc had n.l. de naam “Venlo”?
Is hierover wat meer bekend?
foto verzameling: Martin Hoogerwerf.
Je stuurt een foto van een geheimzinnige witte loc. Om drie redenen kan dit geen echte foto zijn. Loc 45 is de “Venlo” en de “Gennep” is loc 42. Bovendien zijn de locs nooit wit geweest (en hebben ook geen donkere strips gehad) maar donkerblauw, wel aanvankelijk met lichte lijsten aan de zijkanten. Verder is er geen bewijs dat de trams met aan weerszijden rare railborstels hebben gereden, er zat wel een metalen pin op de zelfde plek ten behoeve van het wegdrukken van ongerief op de rails. Een artist’s impression dus. Het is een fabrieksfoto in een folder van Hohenzollern. Van welke datum zal deze zijn? 1912? Bijzonder is dat in de verzameling van de NVBS een foto (bijlage) zit waarvan het bijschrift pretendeert dat deze verschenen is bij het 25-jarige jubileum van de MBS in 1938. De foto is gemaakt op het terrein voor de werkplaats in Gennep. Het verhaal gaat dat ten behoeve van het feest loc 42 tijdelijk wit was geschilderd en, omdat de festiviteiten zich vooral in Gennep afspeelden. was voorzien van het naambord “Gennep”, afkomstig van loc 45. Omdat ik twijfelde aan de echtheid van deze foto heb ik hem niet in het boek opgenomen. Maar nu komen twee dingen bij elkaar: het zijn dezelfde foto’s. Men heeft in 1938 (nu twijfel ik ook aan het jaartal) gefotoshopt ante dato. Wie goed kijkt ziet dat de loc helemaal niet op de rails staat. Het plaatje uit de Hohenzollern-foto is over een foto van het werkplaatsterrein heen geplakt en zo (het is een gerasterde foto) waarschijnlijk in een krant terecht gekomen. Als grap? |
Martin Hoogerwerf:
Nog even terugkomend op de foto van loc 45 met de naam "Gennep".
De oorspronkelijke foto van de loc is van Hohenzollern. Staat opgenomen in een fabrieksuitgave van 1922.
De fabrieksfoto zal ongetwijfeld in 1913 gemaakt zijn. Later is deze foto gebruikt voor de bewerkte foto op de sporen van de MBS, zijnde een soort staatsiefoto van een MBS-locomotief.
Deze foto staat (ook) in de publicatie De Nederlandsche tramwegen met hun autotransportdiensten alsmede hun ontwikkeling tot streekvervoerder (1941) (onder hoofdstuk "N.V. Maasbuurtspoorweg Gennep") Zal ongetwijfeld door de MBS zijn aangeleverd...
Staat deze foto toevallig ook niet in het Gedenkschrift N.V. Maas-Buurtspoorweg, 1938 door H.J. Donker?
Dat is juist. Het onderschrift in die brochure van Donker luidt: "Een van de verdwijnende garde..." In een speciale editie ter gelegenheid van de 25-jarig bestaan van de MBS van de Noord-Limburger (27 mei 1938) treffen we opnieuw diezelfde foto aan, nu met als onderschrift: "Een van de getrouwen, die zooveel jaren het traject Venlo - Nijmegen hebben bereden, om de laatste jaren plaats te maken voor de diesel. Daarmede is wellicht het sierlijkste type stoom-locomotief in ons land van de trambaan verdwenen." |
Reactie
10
Het grootste gedeelte van het boek inmiddels met veel plezier gelezen. Zeker de moeite waard en ook een hoop nieuwe zaken ontdekt, enige minpuntje vind ik dat de foto's van een mindere kwaliteit zijn in vergelijking met andere recente publicaties Maar dit zal waarschijnlijk met de kwaliteit van het drukwerk te maken hebben en daarmee samenhangend natuurlijk de prijs. Rolf van Maasakker
Reactie
11
Ik heb met heel veel respect en bewondering je boek (vluchtig, want ik ga er op een later tijdstip rustig voor zitten) gelezen.
Wat me meteen opviel was dat je uitvoerig op de materie ingaat en alles rustig beschrijft.
Daarmee komt er informatie voor de dag die eerdere auteurs minder belangrijk vonden.
Juist die details vind ik belangrijker dan de wat algemenere informative. Peter Wismans
Reactie
12
Ik ben erg blij, dat ik nu de uitgebreide editie heb, daar staat voor de tramliefhebber toch nog heel veel meer interessante informatie in.. Ik vind het enorm, dat jij nog zo veel gegevens en informaties over dit zeer interessante trambedrijf hebt kunnen vinden, dat sinds de Tweede Wereldoorlog als trambedrijf niet meer geexisteerd heeft. Dat moet enorm veel speurwerk zijn geweest, vooral ook, daar in de oorlogstijd met zekerheid ook heel veel archiefmateriaal vernietigd is. Met dit boek heb je met zekerheid een standaardwerk geschreven.
Peter Rauwerda
Reactie
13
Met veel plezier en genoegen alsmede herinneringen ophalend, vooral uit de oorlogsjaren, uw mooie, uitgebreide boek gelezen over de mooie Maasbuurt-tram. Wim Topée
Discussie
14
Welke kleur had de stoomloc?
De kleur was (aanvankelijk) bijna zeker donkerblauw, hoe vreemd ook in die tijd. Kijk eens naar de bijgevoegde afbeelding (1) . Maar: mensen die de tram nog gekend hebben uit de laatste jaren zeggen zonder uitzondering dat hij zwart was. Misschien zijn de locs bij herindienststelling in het begin van de oorlog zwart geverfd (om minder op te vallen? per slot van zake waren de trams ook verduisterd), misschien waren ze door gebrek aan onderhoud smerig geworden en was de kleur onherkenbaar. Geen best bewijs maar misschien een aanwijzing is dat de loc op het omslag van het boekje Feith (foto 2) ook blauw is. Ook op het schilderij van Harry Maas (foto 3) is de loc donkerblauw. Informatie over de kleur heb ik in documentatie niet kunnen vinden, maar de drie plaatjes wijzen toch wel in de richting van (donker)blauw.
Afbeelding 1: Tekening door Jan Konings (1945)
Afbeelding 2: Omslag Jan Feith, Met den Maasbuurt Spoorweg (1981)
Afbeelding 3: Detail van het cover van P.J.M. Rutten, Maas-Buurtspoorweg (1991). Schilderij van Harry Maas (geb. 1906). Wanneer het schilderij gemaakt is, is niet bekend, maar loc 46 is in 1919 in dienst gekomen en heeft snel daarna een middenvenster in de kopwand gekregen. (zie ook hierna: par. 16)
Discussie
15 Welke kleur hadden de biezen en de naamplaten?
MBS Loc 44 (wrs.) Drie Kronen, zomer 1913 (verz. NVBS)
Aanvankelijk waren de locs getooid met fraaie lichte (grijze?) biezen aan de zijkant. Ter vergelijking: de goederenwagen erachter is lichtgrijs. Op foto's van latere datum ontbreken de biezen. Het schilderij van Maas (dat mogelijk de situatie van 1920 weergeeft) toont die biezen nog steeds, maar nu in rood, wat bijna zeker nooit het geval is geweest.
Ook over de kleur van de naamplaten is discussie.
In de oorlog moeten de naamplaten er zo uitgezien hebben: messing platen met een zwart ingekleurde achtergrond. Waarschijnlijk zag het er voor de oorlog zo uit:
De rijtuigen waren aan beide zijden voorzien van de volledige bedrijfsnaam:
Discussie
16 Wanneer is het derde venster geplaatst?
Foto's uit het startjaar 1913 tonen (evenals de fabrieksfoto (hierboven bij par. 9) de stoomlocs 40 t/m 45 met in elke kopwand twee ovale draairamen. Op latere foto's is een vierkant raam in het midden te zien.
De middenraampjes moeten vrij snel na 1913 geplaatst zijn. Het zicht was uitermate slecht (vooral ook doordat er alleen aan de straatkant een machinistenplaats was) en werd door het middenraampje nog niet optimaal, maar wel beter.
In 1919 stelde de MBS de locs nr 46 en 47 in dienst. Saillant detail is dat voor de aankoop pas in 1920 toestemming verleend werd door de Raad van Toezicht op voorwaarde dat er middenvensters werden aangebracht. Het zou kunnen zijn dat deze locs toch enige tijd zonder middenraam hebben gereden. Het schilderij van Harry Maas (hierboven bij par. 14) zou hiervan het bewijs kunnen zijn.
Uit de periode tussen 1913 en 1926 zijn geen foto's bekend. Een foto uit 1926 heeft in elk geval wel dat middenraam. De ombouw zou daarom tussen 1920 en 1926 moeten hebben plaats gehad.